Voor een procedure voor de rechtbank moet je rolrechten betalen. De rolrechten zijn een bijdrage in de kosten van het gerecht.

 

Op 1 februari 2019 is de wet veranderd. We zetten de belangrijkste wijzigingen op een rijtje:

  1. Het bedrag van het rolrecht is aangepast:
  • 50 euro voor een procedure bij de vrederechter of de politierechter;
  • 165 euro voor een procedure bij de rechtbank van eerste aanleg of de ondernemingsrechtbank;
  • 400 euro voor een procedure bij het hof van beroep.
  1. Je betaalt het rolrecht niet meer bij het begin van de procedure, maar ophet einde.

    De rechter beslist wie het rolrecht moet betalen: meestal is dat de partij die de procedure ‘verliest’. De rechter kan ook beslissen dat de verschillende partijen het rolrecht elk voor een deel moeten betalen.

     
  2. In de dagvaarding of het verzoekschrift waarmee je de procedure opstart, moet je je rijksregisternummer of ondernemingsnummer vermelden.

    Zo kan de Federale Overheidsdienst Financiën op het einde van de procedure de betaling van het rolrecht aan de juiste persoon vragen.

     
  3. De expeditie van een vonnis is gratis. Een expeditie is een officiële kopie van de beslissing van de rechter die je bijvoorbeeld nodig hebt voor de gedwongen uitvoering.

     

Meer informatie vind je op onze fiches in de rubriek: Wat kost een procedure bij de rechtbank ?’

 

1 februari 2019

Attribution - Pas d'Utilisation Commerciale - Pas de Modification 4.0 International (CC BY-NC-ND 4.0) Click op de afbeelding om meer te weten te komen over Creative commons

Misschien vindt u deze fiches ook interessant