Voortaan kan een rechter geen bemiddeling meer opleggen als er een vorm van geweld is tussen de partijen. Die beperking wordt ingevoerd om te voorkomen dat iemand via bemiddeling de andere partij in zijn greep kan blijven houden.
Bij een procedure voor de rechtbank kan de rechter bevelen dat de partijen via bemiddelingeen oplossing moeten zoeken voor hun conflict. De rechter kan dat bevelen in het begin of in de loop van de procedure.
De rechter kan de bemiddeling op eigen initiatief bevelen of op vraag van beide partijen.
Bemiddeling wordt vaak gebruikt bij familiale conflicten, bijvoorbeeld: in een echtscheidingsprocedure, in een conflict rond onderhoudsgeld voor de kinderen.
Ook bij andere soorten conflicten kunnen partijen bemiddelen om onderling tot een oplossing te komen, bijvoorbeeld bij een conflict tussen een werknemer en een werkgever, een huurder en een verhuurder.
In het verleden stelden rechterssoms vast dat beide partijen de vraag stelden om te bemiddelen, maar dat ze het gevoel hadden dat één van beide partijen dat deedonder druk van de andere partij. Zo kon een gewelddadige partnermisbruik maken van de zwakkere positie van de andere partner en via bemiddeling tot een ‘akkoord’ komen dat nadelig was voor die andere zwakke partner.
Daarom mag de rechter vanaf 1 december geen bemiddeling meer bevelen als erernstige aanwijzingen zijn van geweld, bedreigingen of een andere vorm van druk. De rechter moet vooraf bij de zwakkere partij checken of die vrij toestemt met een bemiddeling. Dat gebeurt tijdens een gesprek waarbij de andere partij niet aanwezig is.
Het begrip geweld moet breed worden geïnterpreteerd. Het kan gaan over fysiek geweld, maar ook over seksueel geweld, psychisch geweld, economisch geweld, enz.
- Onze fiches rond familiale bemiddeling