Neen.

De wet zegt wel dat de rechter de optie van gelijk verdeeld verblijf bij voorkeur moet onderzoeken, zodra 1 van de ouders erom vraagt. Dat betekent dat hij dan zeker moet nagaan of het in de concrete situatie een goede regeling zou zijn.

Het is mogelijk dat de rechter beslist dat het gelijk verdeeld verblijf geen goede regeling is, rekening houdend met het belang van het kind en de situatie van de ouders.

Wil hij afwijken van de vraag om gelijk verdeeld verblijf, dan moet hij die beslissing motiveren. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met:

  • de geografische afstand tussen de ouders;
  • de onbeschikbaarheid van één van de ouders (er moet een ernstig onevenwicht zijn, het is niet de bedoeling om één van de ouders te straffen die werkt);
  • onwaardigheid (maar in dat geval is het ouderlijk gezag vaak niet gemeenschappelijk, waardoor de rechter geen gelijk verdeeld verblijf kan kiezen);
  • één van de ouders is niet geïnteresseerd in het kind (hij/zij komt zijn/haar plichten als ouder niet na);
  • bij erg kleine kinderen, in het bijzonder bij zuigelingen;
  • wat het kind als voorkeur aangaf tijdens het gesprek met de rechter;
  • het behoud van de band met broers en zussen;
  • of er nog andere kinderen zijn uit vorige relaties van de ouders;
  • ....

Je vindt meer info:

De volledige inhoud van deze fiche is enkel toegankelijk voor leden van HelderRecht.

Om toegang te krijgen:

Nog geen lid?

Vraag info over onze abonnementen

Ontdek al onze diensten

Attribution - Pas d'Utilisation Commerciale - Pas de Modification 4.0 International (CC BY-NC-ND 4.0) Click op de afbeelding om meer te weten te komen over Creative commons

Misschien vindt u deze fiches ook interessant