Beide ouders hebben ouderlijk gezag. De ouders die gescheiden leven, moeten samen alle beslissingen nemen over de minderjarige kinderen. Ook hier geldt het principe van ‘gezamenlijk ouderlijk gezag’.

Het gaat daarbij enkel over de juridische ouders, dus de personen die officieel als ouder geregistreerd staan. De adoptieouders vallen daar ook onder. De biologische vader die nooit officieel als vader is vastgesteld, kan niet beslissen over het kind, zelfs als het kind bij hem zou wonen. Hetzelfde geldt voor de stiefouder, zelfs als het kind bij hem woont en hij mee de kosten betaalt.

Het principe van ‘gezamenlijk ouderlijk gezag’ betekent dat elke ouder het akkoord moet vragen van de andere ouder alvorens hij een beslissing over het kind neemt. Bijvoorbeeld over:

  • de inschrijving in de school
  • de toestemming voor een operatie
  • geld beleggen van het kind

Als de ouders gescheiden leven, is het dus niet de ouder bij wie het kind verblijft die als enige belangrijke beslissingen neemt. Hij moet dat samen met de andere ouder doen.

Bijvoorbeeld: een vader moet overleggen met de moeder voor hij beslist welke hobby hun kind gaat volgen. Dat blijft de regel, ook als de trainingen of repetities van de hobby alleen in de verblijfsperiode bij de ene ouder zouden vallen.

Bij beslissingen over de school moet elke ouder zich persoonlijk informeren over de beslissingen van de andere ouder. De school is niet verplicht om uit zichzelf de twee ouders op te roepen of hen allebei belangrijke informatie toe te zenden.

Ouders moeten dus proberen overeen te komen. Wanneer dat niet lukt, kunnen ze beroep doen op een tussenpersoon, zoals een familiaal bemiddelaar. Lukt het hen niet om bij de bemiddelaar tot een akkoord te komen, kan het conflict aan de familierechter worden voorgelegd (en bij hoogdringendheid aan de rechter in kort geding).
 

Alleen een rechter kan het principe van het 'gezamenlijk ouderlijk gezag' wijzigen. Zo kan hij het exclusief ouderlijk gezag toekennen aan één van de ouders. Exclusief ouderlijk gezag wordt enkel in uitzonderlijke sitatuaties uitgesproken.
De rechter kan bepalen dat één ouder het ouderlijk gezag uitoefent voor een reeks welbepaalde beslissingen.
De rechter kan ook bepalen hoe de ouder die het ouderlijk gezag niet meer uitoefent, persoonlijk contact kan onderhoudt met het kind.

Als de rechter het exclusief ouderlijk gezag toekent aan een ouder, betekent dat niet dat de andere ouder is ontzet uit het ouderlijk gezag.  'Ontzetting uit het ouderlijk gezag' wordt bevolen door de jeugdrechter om een kind te beschermen tegen zijn/haar ouder.
Je vindt meer info in onze fiche 'Kan je ontzet worden uit het ouderlijk gezag?'

Je vindt meer info:

De volledige inhoud van deze fiche is enkel toegankelijk voor leden van HelderRecht.

Om toegang te krijgen:

Nog geen lid?

Vraag info over onze abonnementen

Ontdek al onze diensten

Attribution - Pas d'Utilisation Commerciale - Pas de Modification 4.0 International (CC BY-NC-ND 4.0) Click op de afbeelding om meer te weten te komen over Creative commons

Misschien vindt u deze fiches ook interessant