Boomstructuur
Uit mekaar gaan heeft geen gevolgen voor je rechten en plichten ten aanzien van je kinderen.
Als ouders niet meer samenwonen moeten er wel een aantal dingen geregeld worden om samen het ouderschap uit te oefenen, maar aan je statuut als ouder verandert er niets.
- Het principe van gezamenlijk ouderlijk gezag blijft gelden. Dat betekent dat de beslissingen in het leven van de kinderen door de ouders samen worden genomen.
Alleen een rechter kan van dat principe afwijken door bijvoorbeeld het ouderlijk gezag deels of volledig aan één ouder toe te kennen. De aanwezigheid van een stiefouder verandert niets aan dat principe: zij hebben geen ouderlijk gezag over hun stiefkinderen en kunnen dus geen grote beslissingen nemen.
- Verder blijven jullie ook samen verantwoordelijk voor de daden van jullie kinderen.
- Jullie gaan afspraken moeten maken rond:
- hoe jullie het verblijf van de kinderen organiseren tijdens de vakantieperiodes;
- wie voor het vervoer zorgt bij de wissel van verblijf;
- wie welke kosten gaat betalen voor de kinderen;
- enz.
Al die afspraken vormen een ouderschapsplan. Als houvast zet je best die afspraken op papier en omschrijf je ze zo precies mogelijk.
Het is in het begin niet altijd duidelijk wat er allemaal op lange termijn moet geregeld worden. Je neemt best de tijd om tot een akkoord te komen waar jullie je allebei in kunnen vinden. Door verschillende mogelijke situaties op voorhand te regelen, kan je latere conflicten bij de uitvoering voorkomen. Een familiaal bemiddelaar kan jullie helpen een regeling uit te werken.
Een lijst van erkende bemiddelaars vind je hier.
Wanneer het jullie als ouder niet lukt om tot een akkoord te komen, kan je aan de familierechter vragen om een regeling uit te spreken.
Je vindt meer informatie onder ‘Ouder-kindrelatie’.
Je vindt meer info:
De volledige inhoud van deze fiche is enkel toegankelijk voor leden van HelderRecht.
Om toegang te krijgen: