Een minnelijke schikking is een buitengerechtelijke afhandeling voor een misdrijf. Het is bedoeld om een lange, dure en moeilijke procedure via de rechtbank te voorkomen.

Het openbaar ministerie stelt je voor om een bedrag te betalen in plaats van je te vervolgen via de rechtbank.

Als je de minnelijke schikking aanvaardt en als aan alle voorwaarden voldaan is, dan kan je niet veroordeeld worden tot een strafrechtelijke straf (een boete en/of een gevangenisstraf). Dat heet ‘het verval van de strafvordering’.

De minnelijke schikking komt niet op je strafblad, in tegenstelling tot een strafrechtelijke straf (boete, gevangenisstraf, …).

 

Hoe werkt een minnelijke schikking?

Het openbaar ministerie gaat eerst na of het misdrijf in aanmerking komt voor een minnelijke schikking. Dat is zo als:

  • het misdrijf een overtreding of een wanbedrijf is waarvoor je maximum 2 jaar gevangenisstraf riskeert;
  • de feiten geen aantasting van de fysieke integriteit van iemand anders inhouden;
  • je kan dus geen minnelijke schikking krijgen voor zedenfeiten, moord of doodslag, onopzettelijke doodslag, mensenhandel, foltering, diefstal met geweld, enzovoort;
  • de slachtoffers volledig vergoed zijn voor de schade;
    bij fiscale en sociale misdrijven moet je de ontdoken belasting of sociale bijdragen betaald hebben.

 

Het openbaar ministerie doet je een voorstel van minnelijke schikking. Je bent vrij om het voorstel te aanvaarden of niet.

Als je het voorstel aanvaardt en het bedrag op tijd betaalt, dan kan je niet meer veroordeeld worden door de rechtbank.

  • Als er al een procedure voor de strafrechtbank loopt, dan wordt die:
    • gepauzeerd vanaf het moment dat het openbaar ministerie de minnelijke schikking voorstelt;
    • gestopt zodra je het bedrag betaald hebt;
  • Als er nog geen procedure loopt, dan kan het openbaar ministerie geen procedure meer opstarten.

Opgelet! Een minnelijke schikking is niet mogelijk als er al een eindvonnis is en/of als de procedure in hoger beroep loopt.

 

Hoeveel moet je betalen?

Het openbaar ministerie bepaalt hoeveel je moet betalen. Het heeft daarin veel vrijheid, maar moet wel enkele regels naleven:

  • Het bedrag mag niet hoger zijn dan de maximum strafrechtelijke geldboete die de wet voorzien als straf voor het misdrijf;
  • Voor sociale en fiscale misdrijven mag het niet lager zijn dan 40% van de administratieve geldboete die de wet voorziet;
  • Het bedrag moet in verhouding tot de ernst van het misdrijf zijn.

Boven op het bedrag van de minnelijke schikking, kan het openbaar ministerie je ook vragen om:

  • andere kosten te betalen, bijvoorbeeld: gerechtskosten, kosten van een deskundigenonderzoek, enzovoort;
  • de goederen of vermogensvoordelen die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring:
    • af te staan, als die goederen al in beslag zijn genomen;
    • af te geven, als die goederen nog niet in beslag werden genomen.

Je moet ook steeds een administratieve toeslag betalen van 8,84 euro. Dat bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

 

Wanneer en aan wie moet je betalen?

Je moet betalen binnen de termijn die het openbaar ministerie oplegt.

Je moet het bedrag betalen aan de dienst team invordering van de FOD Financiën.
Contactgegevens daarvan vind je 
hier.

 

Wat als je niet (tijdig) betaalt of niet aanvaardt?

Als je weigert of niet op tijd betaalt, dan kan het openbaar ministerie beslissen om je alsnog te vervolgen voor de rechtbank.

 

Opgelet: voor verkeersmisdrijven bestaat er een specifieke procedure: de onmiddellijke inning. Daarbij stelt de politie je voor om een bepaald bedrag te betalen om niet vervolgd te worden.

Je vindt meer info:

De volledige inhoud van deze fiche is enkel toegankelijk voor leden van HelderRecht.

Om toegang te krijgen:

Nog geen lid?

Vraag info over onze abonnementen

Ontdek al onze diensten

Attribution - Pas d'Utilisation Commerciale - Pas de Modification 4.0 International (CC BY-NC-ND 4.0) Click op de afbeelding om meer te weten te komen over Creative commons

Misschien vindt u deze fiches ook interessant