Boomstructuur
De wet voorziet geen berekeningsmethode. Ze zegt enkel dat elke ouder moet bijdragen volgens zijn vermogen.
De onderhoudsbijdrage dient om een evenwicht te creëren in de uitgaven voor de kinderen. Je kan een voorstel doen op basis van volgende elementen:
- Wat zijn de kosten van jullie kind?
De ouders staan samen in voor alle kosten die nodig zijn om het kind groot te brengen. Daarin zit huisvesting, eten, verzorging, opleiding, hobby's, ...
De kosten volgen de levensstandaard en het inkomensniveau van de ouders. Het kind mag delen in die levensstandaard.
Daarnaast zijn ook de leeftijd en de bijzondere noden van het kind bepalend.
- Wat zijn de inkomsten van de ouders?
De bijdrage van elke ouder staat in verhouding tot zijn/haar inkomen. Heel het gemeenschappelijk netto-inkomen wordt bekeken: inkomsten uit werk, uit onroerend goed, voordelen in natura, vakantiegeld, bijdragen, eindejaarspremie, ...
De rechter kan bijvoorbeeld kijken naar het laatste aanslagbiljet in de personenbelasting van de ouders.
Hij kan ook rekening houden met wat de ouders zouden kunnen verdienen. Het is niet de bedoeling dat één ouder veel minder moet bijdragen als die enkel zelf kiest om minder te werken.
- Wie betaalt welke kosten?
Het moet duidelijk zijn voor welke kosten het onderhoudsgeld bedoeld is. Betaalt de ouder die het onderhoudsgeld krijgt daarmee alle kosten? Of zijn er bepaalde grotere terugkomende kosten die jullie apart verrekenen (zoals een winterjas, schoenen, bepaalde hobby's, ...)?De verblijfsregeling heeft daarbij een belangrijke invloed. Het onderhoudsgeld kan de ongelijke uitgaven bij een ongelijk verdeeld verblijf (eten, verbruik, ...) compenseren.
Opgelet! Dat betekent niet dat er bij een gelijk verdeeld verblijf sowieso geen onderhoudsgeld moet betaald worden.
Op basis van de andere punten (de ene heeft een veel groter inkomen of krijgt meer voordelen, de andere betaalt meer specifieke kosten, ...) kan een onderhoudsbijdrage toch nodig zijn.
- Wie ontvangt welke voordelen?
Het Groeipakket, de verschillende fiscale voordelen, enz. zijn bedoeld om de kosten van de kinderen te betalen. Je neemt het mee op in de berekening om te kunnen bepalen hoeveel onderhoudsgeld er nodig is.
Al die elementen moeten samen met het onderhoudsgeld een evenwicht tussen de 2 ouders vormen.
Je kan een onderhoudsgeldcalculator gebruiken om tot een voorstel te komen, zoals:
- de onderhoudsgeldcalculator op de website van de Belgische Hoven en Rechtbanken (methode Hobin) (tijdelijk offline)
- de onderhoudsgeldcalculator van de Gezinsbond
- de online simulator van Pareto in samenwerking met de Gezinsbond
Als het de ouders niet lukt om samen een bedrag en een regeling af te spreken, bepaalt de familierechter het bedrag van het onderhoudsgeld. Ook daar legt de wet geen berekeningswijze aan de rechter op.
De rechter moet in zijn vonnis of de ouders moeten in hun akkoord altijd motiveren hoe ze tot het bedrag van de onderhoudsbijdrage gekomen zijn.
Verder moet het vonnis of het akkoord de gegevens vermelden van de Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) en van de mogelijkheid van een ontvangstmachtiging.
Het bedrag van de onderhoudsbijdrage kan aangepast worden als de omstandigheden veranderen. Een kind dat op kot gaat of een ouder die zijn werk verliest, zijn bijvoorbeeld redenen om een aanpassing van het onderhoudsgeld te vragen.
Je vindt meer info:
De volledige inhoud van deze fiche is enkel toegankelijk voor leden van HelderRecht.
Om toegang te krijgen: